Pedagogisch handelen

 

Basiskwaliteit: We hechten er veel belang aan dat we respect tonen voor elkaar en respectvol omgaan met elkaar. Door zo met elkaar om te gaan laat je zien dat je elkaar serieus neemt.

Binnen een positief klassen- en leerklimaat is het voor De Weijerwereld van belang dat er een veilige sfeer is waarin leerlingen hun zelfstandigheid kunnen ontwikkelen.

We geven hier vorm aan door een prettige, overzichtelijke werksfeer te scheppen, waarin kinderen en volwassenen zich thuis voelen. We hechten veel belang aan regelmaat en structuur, omdat daarmee een veilige werkomgeving gecreëerd wordt.

Door de kinderen medeverantwoordelijk te maken voor het reilen en zeilen van de groep leren ze zorgdragen voor een sfeer waarin iedereen zich fijn voelt. De regels geven de grens aan en het gewenste gedrag wordt centraal gesteld. We besteden veel aandacht aan de omgang met elkaar. Een goede en open sfeer op school en in de klas is dan ook belangrijk.

Een wezenlijk onderdeel van de sociaal-emotioneel leren is het herkennen, begrijpen en leren omgaan met eigen gevoelens en emoties als ook die van de ander. Kinderen leren deze vaardigheden om op een verantwoorde wijze om te gaan met allerlei gevoelens en situaties.  Ze werken samen aan een positieve groepssfeer. We gebruiken hiervoor de methode Kwink. Dit is een methode met een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8. 

Los van deze methode leren de kinderen hoe ze moeten samenwerken, samen organiseren en overleggen. Onderlinge verschillen behoren hierin geen bedreiging te vormen, integendeel: zij kunnen een zeer positieve uitwerking hebben op de omgang met elkaar. 

Vanuit een veilige en gestructureerde basis wordt aan de sociale, emotionele, creatieve en cognitieve vorming gewerkt. Hierbij is de hulp van de groep en van de leerkracht als begeleider, die helpt en stimuleert van groot belang. Op deze wijze leert een kind verantwoordelijk te zijn voor het eigen handelen en wordt het gestimuleerd van ervaringen te leren. Reflectie op eigen ontwikkeling en welbevinden is een continu proces.

Instrumenten die wij naast de methode Kwink, inzetten ten dienste van de borging van de goede sfeer en veilig schoolklimaat zijn: Zien!, sociogrammen uit Parnassys en twee keer per jaar Groepsgeluk-lessen.

Onze leraren  zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: de leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kinderen zijn ingesteld op ontwikkeling en leren. Zij zijn voortdurend bezig hun kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. Zij hebben daar een innerlijke motivatie voor.

De voorwaarden voor deze motivatie zijn de drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Omgaan met verschillen betekent voor ons: aansluiten bij deze drie basisbehoeften.

Relatie:
Een kenmerk van deze basisbehoefte is dat alle kinderen zich veilig en aanvaard voelen (emotioneel vrij zijn). Leerkrachtgedrag hierbij kenmerkt zich o.a. door luisteren, beschikbaar zijn voor het kind, zich kunnen verplaatsen in gevoelens en de kenmerken van het kind, vertrouwen stellen, afspraken maken en nakomen, stelling nemen in woord en daad tegen racisme, discriminatie en pesten en rekening houden met behoefte aan veiligheid en acceptatie.

Competentie:
Een kenmerk van deze basisbehoefte is, dat leerkrachten het zelfvertrouwen van alle kinderen versterken. Leerkrachtgedrag hierbij kenmerkt zich door o.a. positieve feedback te geven op het werk, vertrouwen in de mogelijkheden van de kinderen hebben en dit laten merken, hoge verwachtingen hebben van het kind, uitgaan van wat het kind kan, reflecteren op wat het kind doet, een taakgerichte, motiverende sfeer scheppen in de groep en bevorderen dat kinderen successen aan zichzelf toeschrijven.

Autonomie:
Een kenmerk van deze basisbehoefte is het bevorderen van zelfstandigheid bij en het nemen van verantwoordelijkheid door alle kinderen. Leerkrachtgedrag hierbij kenmerkt zich o.a. door ruimte geven om ervaringen en ideeën in te brengen, kinderen verantwoordelijkheid laten nemen voor het eigen gedrag, zelfstandig problemen leren oplossen, proces van sturend leren, via leren en samenwerkend leren naar zelfstandig leren te komen, begeleiden van de leerling in het maken van keuzes, de leerling uitdagen tot meedenken, meebeslissen en zelfreflectie.
Onze leerkrachten begeleiden de kinderen wat ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke afspraken.